Verleiding op straat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik kwam haar altijd tegen wanneer ik van mijn huis naar de Jumbo wandelde. Ze  was geposteerd bij een van de twee snackbars die mijn straat rijk is. En op de terugweg ontmoette ik dan steeds weer haar spiegelbeeldige dubbelgangster. Haar ivoorwitte tanden en sensuele lippen hadden zich zojuist al aan het bevroren lekkers in haar hand vergrepen, waarna ze speciaal voor mij nog heel vlug haar mond moest hebben gekuist en haar lippenrood ververst.

Zoet en warmbloedig moet ze zijn geweest, mijn ijsminnende verleidster, zodat alles en iedereen in haar nabijheid – behalve het ijsje –  direct zou smelten. Ik verbeeldde  me dat ze Marguérita heette, zozeer begon ik aan onze ontmoetingen te wennen. Deze uiterst tweedimensionale dame deed zo haar best om ook een derde dimensie te suggereren, dat haar enige droom – mij deelgenoot te maken aan haar orale genoegens – onweerstaanbaar in vervulling leek te moeten gaan. Maar ik heb natuurlijk veel te lang gedraald.

Op een dag was Marguérita er niet meer. De OLA-marketeers moeten zich hebben bedacht. Zoveel mediterrane sensualiteit was kennelijk toch iets teveel voor de gemiddelde Nederlandse consument. Een alleraardigst, iets degelijker ogend meisje had haar positie ingenomen. De korte vraag ‘IJsje?’ is nu toegevoegd om ons duidelijk te maken, dat het echt alleen om het ijsje gaat. Ze lijkt me aardig hoor, dat nieuwe meisje, maar ik mis Marguérita zo. Nog steeds.

2015