Letterlijk

Drie uit het echte leven gegrepen voorbeelden, die ik onlangs letterlijk noteerde in mijn aantekeningenboekje:

‘Toen dat bericht van de postcodeloterij kwam, ging ik letterlijk uit mijn dak.’
‘Hij was al tot het uiterste getergd, maar door díe opmerking ging hij letterlijk door het lint.’
‘De betrapte inbreker heeft letterlijk het hazenpad gekozen.’

Ik zie het helemaal voor me: de uitzinnige vreugde in de hele straat, die de volgende dag plaats moest maken voor de aannemers die aan de slag moesten om alle gebroken dakpannen bij elkaar te vegen en de daken te repareren. De getergde man, die met een aanloop en in volle vaart dwars door het rood-witte lint was gerend dat zijn vrienden voor hem tussen twee bomen hadden gespannen. En de inbreker die na lang zoeken eindelijk een open veld met hazen vond, een van de paden koos en erover wegrende.

Er gaat dus iets lelijk mis met ‘letterlijk’. En daardoor ook met ‘figuurlijk’. Wat is hier aan de hand? Ik vermoed dat deze veel gehoorde taalkundige uitglijder iets te maken heeft met de opkomst van ‘virtual reality’. In onze eigen taal heet dat ‘de denkbeeldige werkelijkheid’. Meer nog in het Nederlands dan in het Engels blijkt hoezeer ‘virtual reality’ een schoolvoorbeeld is van een contradictio in terminis. Iets is denkbeeldig of het is echt, allebei gaat niet. De soms onwaarschijnlijke gebeurtenissen in VR lijken zó echt, dat de grens tussen feit en fictie lijkt te kunnen worden opgedoekt. Dat verwarrende gevoel krijgen sommige mensen er kennelijk van. Rare taal is een nog tamelijk onschuldig gevolg. Minder onschuldig zijn de schoolschutters en wegpiraten die even vergeten zijn dat ze niet meer in een spelletje (game) zitten, maar in de realiteit, en dat daar letterlijk andere regels gelden.

Ook de thans geziene neiging tot schromelijke overdrijving, die net als het populaire schoolschieten vanuit de Verenigde Staten hier naartoe is gewaaid, heeft wellicht bijgedragen aan het nieuwe gebruik van ‘letterlijk’. Voor mensen die indruk willen maken, in het echt of op sociale media, is het understatement niet meer in zwang. Dus gaat men letterlijk uit zijn of haar dak, in de veronderstelling dat dit veel meer indruk maakt dan figuurlijk.

Er is natuurlijk ook een samenhang met de neergang van het lezen van romans en gedichten, waarvoor immers enig besef gewenst is van het onderscheid tussen figuurlijke verbeelding en letterlijke werkelijkheid: tussen feiten en symbolen, echte mensen en personages, jijzelf en je avatar. De acteur die een slechterik speelt, moet op straat vrezen voor zijn leven. Als de bedenker van een bedenkelijk romanpersonage met moorddadige of pedofiele neigingen niet letterlijk wordt gelyncht, dan wordt hij wel gecanceld, ofwel figuurlijk gelyncht. De geestelijke armoede waarvan zulke gebeurtenissen getuigen verklaart ook de populariteit van het televisiegenre ‘reality’.

De conclusie luidt dat symbolen, metaforen en literaire fictie allemaal het veld kunnen ruimen (figuurlijk), omdat ze toch niet meer begrepen worden. De eenvoudige remedie is, dat we onze kinderen weer letterlijk gaan leren wat spelen is, zodat ze liever gaan lezen dan gamen.

2024